Highlights

door Morgenster 16 sep., 2017
Vier handbeschilderde poeder- en sieradenblikjes, doosjes met opmaakspullen, een tiental hoornen en ijzeren brilletjes, met en zonder glazen, medailles (een Franse van het Legioen van Eer), en valse snorren. En nog veel meer. En dat alles in een houten schminkkoffertje met daarop de blinkende met klinknagels geschreven letters A.F. De voorletters van Alexander Faassen junior, een veel te jong gestorven acteur van rond 1900. Alexander Faassen junior (5 oktober 1873, Rotterdam - 29 september 1911, Amsterdam) stamde uit een beroemd toneelspelersgeslacht. Zijn vader was Alexander Faassen senior en zijn oom Rosier Faassen, beiden grote sterren in de tweede helft van de 19e eeuw. Via engagementen bij Alexander Zaalborn en Chris de la Mar kwam Alexander Faassen junior terecht bij de Nederlandsche Tooneelvereeniging, waar de acteur één van de pioniers werd van het naturalisme, vooral in het werk van de bekende toneelschrijver Herman Heijermans. Onder meer als Barend in Op hoop van Zegen en als Rafaël in Ghetto , een rol die hij meer dan 500 keer heeft gespeeld. Tweehonderd en meer avonden non-stop achter elkaar, dan hier dan weer daar, heel gebruikelijk in die tijd...
door Morgenster 23 jan., 2015
Willy Schermelé - Illustrator voor vrouwen en kinderen Eind jaren ’80, in de tijd dat de vuilnis nog niet in ondergrondse containers verdween, vond ik op de Amsteldijk een klein archiefje van kinderboekenschrijver en -illustrator Willy Schermelé. Tussen de weggegooide proefdrukken en reproducties zat een flink aantal oorspronkelijke tekeningen, soms gesigneerd en met in potlood van het opschrift ‘origineel’ voorzien. Van Willy Schermelé had ik nog nooit gehoord – ik dacht eerst dat het een man was – maar haar sprookjesachtige tekeningen deden me denken aan het werk van Rie Cramer en Anton Pieck. Ik besefte dat ik iets bijzonders in handen had. In plaats van het te verkopen, legde ik Schermelé’s archief daarom in de kast met de gedachte er ooit nog iets mee te gaan doen. En daar bleef het rusten totdat... Lees verder op www.willyschermele.nl
door Morgenster 22 jan., 2015
Een van mijn 'schatten' is een kleine collectie documenten, contracten, foto's en krantenknipsels over het privéleven en de artistieke loopbaan van Prins Kaya. Ik trof deze paperassen midden jaren negentig aan langs de straatkant van de Amstelkade in Amsterdam-Zuid. Prins Kaya werd geboren als Johan Jozef Vroom in Paramaribo (Suriname) op 25 juni 1906. Hij kwam in 1928 naar Nederland en woonde in Amsterdam, onder meer in de Paardenstraat 1 hs, op de Keizersgracht 753 hs, Singel 371 en Amstel 130. In 1937 verhuisde hij naar Rotterdam om als garderobier te gaan werken in de Negro Palace Mephisto aan de Nieuwe Binnenweg 94. Hij werkte daar ook als bezorger in dienst van de speculaasfabriek Van Doorn. In Amsterdam poseerde hij in 1939, 1941 en 1943 als model op de Rijksacademie van Beeldende Kunsten. Beeldhouwster Constance Wibaut herinnerde zich daar een zwarte man die zich ‘prins’ noemde en die tijdens de oorlog rijst in een pannetje meenam en de studenten daarin mee liet delen. Na de oorlog trad hij regelmatig op als danser of als vuurvreter. (Bron: Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis ) De foto's van de Rotterdamse nachtclub Mephisto zijn onder meer te zien geweest in de tentoonstelling Zwart en Wit in het tropenmuseum in Amsterdam en in de tentoonstelling Songs of Liberation in het Nationaal bevrijdingsmuseum in Groesbeek.
door Morgenster 22 jan., 2015
Net voor een enorme plensbui redde ik begin jaren '90 op de Vrijheidslaan in Amsterdam een bijzonder boekje bij het vuil. Het zat in een oude koffer vol boeken, waaronder ook enkele Joodse gebedenboeken. Gelijk ging mijn fantasie de vrije loop over hoe deze boeken de oorlog hadden overleefd, daarna decennialang onberoerd op een vliering hadden gelegen, om uiteindelijk toch op straat te zijn beland. In het bewuste boekje - prachtig in leren kaft, maar bijna uiteengevallen - zijn een tweetal publicaties over het baren van kinderen gebundeld. Het eerste heet De Natuere ende Complexie der Vrouwen , uitgegeven in 1619 te Antwerpen door Jacob Bosselaer. De ondertitel luid: 'De natuere ende complexie der vrouwen. Hoemense zal onderkennen, die van natueren blij-geestich zijn, ende gheerne byslapen, ende vande ghene die swaermoedich zijn, ende niet gheerne by en slapen: Ooc om te zien oft een vrouwe bevrucht is, oft niet, ende oft sy een kechtken oft een meysken draegt. Met meer ander secreten der vrouwen.' De tweede publicatie is Den nieuwen Vermeerderde Roosengaert uit 1623: 'Vande bevruchte Vrouwen, en hare Secreten, Ontfanginge, baringe, Vrouwen en Mannen raet te geven die onvrugtbaer zijn; alle sieckten der zwangere Vrouwen (oock als zy in barens noodt ende van kinde gelegen zijn te remedieren. Vele geexperimenteerde remedien, voor Voesters, kinderen, ende wat daer aenkleeft. Alles genomen uyt de Schriften van de experste Schrijvers: Als Albertus Magnus, Plinius , Avicenna, Galenus, Marcus Varro, Ambrosius Vare en meer andere.'
Share by: