Navelstreng

Datum: apr. 07, 2016 Auteur: Morgenster


'Neem hem mee, neem hem mee!’, roepen een man en vrouw me toe als ik aan de rand van de straat ineens een piano zie staan. Ik kan mijn ogen nauwelijks geloven. Het is een prachtig exemplaar, art deco, de zwarte lak glimmend in het licht van de lantaarnpaal. Er is wel van alles mee mis, zegt de man. Maar sowieso is hij blij dat hij er eindelijk vanaf is. Van dat apparaat waarop hij als tiener van zijn vader urenlang oefenen moest.

Zijn vader, een bekende Amsterdamse vrouwenarts, is pas overleden en nu zijn ze de inboedel aan het opruimen. Er staat al een hoop spullen op straat, waar steeds meer voorbijgangers in lopen te grasduinen. En er komt steeds meer bij. Blikvanger blijft echter de piano. Hoe neem je die in vredesnaam mee? ‘Ik woon op de derde verdieping’, zegt een jongedame met teleurstelling in haar stem, hoe krijg ik die piano ’s nachts omhoog?


Net zo snel als een tafel buiten wordt gezet, verdwijnt hij weer naar binnen. ‘Misschien toch wel handig bij het verbouwen’, verklaart de man. Alles lijkt met grote haast te moeten gaan. En tamelijk impulsief. Als een van de schatgravers erover klaagt dat er zomaar patiëntendossiers op straat liggen, worden ook die weer snel naar binnen gedragen.

Zelf breng ik wat persoonlijke spullen in veiligheid. Mappen met prachtig medisch reclamemateriaal uit de jaren ’50. Maar ook een reisverslag en memorabilia van de trip die het dokterspaar in 1957 naar Engeland maakte. En – is dit ook uit een soort kwaadheid buiten gezet? – een doosje met tientallen gelukwensen voor de geboorte van hun zoon in 1959. Een folder van het Diakonessenhuis, vormt een prachtig tijdsdocument. En heel hartverwarmend – maar ook een beetje eng – is een opgevouwen papiertje onderin de doos met daarin een verdroogd navelstrengetje. Wel heel toepasselijk natuurlijk voor een vrouwenarts om zoiets te bewaren.

Onder de vele felicitaties een welgemeend advies van een bevriend echtpaar:

‘We geloven wel dat jullie weten hoe van jullie kind te genieten, en daarbij ook hem van zijn ouders te laten genieten, want dat is natuurlijk de andere zijde ervan. En denk erom Tim, een verwend dokterszoontje mag niet bestaan. Vergeet niet je prestige op te houden.’

Het was niet tegen dovemans oren gezegd.

door Morgenster 28 jun., 2021
Soms vind je ineens een pareltje bij de kringloop, in dit geval een 'zwart pareltje'. Voor een tientje kocht ik een schilderij van ene Guido v.d. K. uit 1963. Met daarop een geketende zwarte man, die wanhopig de ogen ten hemel gericht om eindelijk verlossing smeekt.
door Morgenster 21 mei, 2021
Dit is het verhaal van de gevonden koffiepot. Op een avond ging ik met Maria, een goede vriendin van mijn vrouw uit Colombia, de straat langs om mijn ‘hobby’ in de praktijk te laten zien: schatgraven tussen het vuil. In Zuid-Amerika is vuilniszoeken iets heel anders dan hier; daar is het geen hobby maar voor de allerarmsten een manier om te overleven. Hoe dat hier gaat, en wat voor ‘schatten er hier worden weggegooid, wilde ze graag een keer met eigen ogen zien. Ik troonde Maria mee op een van mijn vaste rondes door de Plantagebuurt. Zo liepen we straat in en straat uit, terwijl ik haar de fijne kneepjes van het vuilniszoeken bijbracht. Maar zoals altijd wanneer je iets te hard probeert, vonden we niets. Tot op de bijna laatste hoek, vlakbij Carré. Aan de vele vuilniszakken, losse meubels en spulletjes, zag ik gelijk dat het raak was. Hier was duidelijk iemand verhuist. En zo gingen we er toch nog met een flinke buit vandoor. Uit een van de zakken diepten we een antieke koffiepot op, helaas zonder deksel, maar die vonden we onder in een andere zak. Thuis zagen we pas hoe mooi de pot was. Onderop ontdekten we het merkteken van Wedgwood en dat van ene Tempel, waarschijnlijk de kunstenaar die de koffiepot met een blauwe kroonluchter en gouden decoraties heeft versierd. Maria had de pot graag mee terug naar Colombia genomen, maar in haar koffer onvoldoende plaats. Dus nu prijkt hij voorlopig in onze glazenkast. Haar echtgenoot Gustavo, een bekende Colombiaanse componist, was echter zeer verguld met de door ons gevonden elpee met de filmmuziek van Back To The Future uit 1985.
door Morgenster 19 mei, 2021
‘Heb je wel eens overwogen dit aan te melden als immaterieel erfgoed?’, vroeg een medewerker van KIEN me pas naar aanleiding van het artikel dat Wim Burggraaff over mijn ‘hobby’ als morgenster of stadsjutter schreef. Dat heb ik niet alleen overwogen maar zelfs al geprobeerd. Bij het invullen van het aanmeldingsformulier op de website van het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland ( KIEN ) liep ik echter gelijk tegen enkele van hun criteria op. Maar ik waag een nieuwe poging. Dynamisch De eerste vraag kan ik nog met een volmondig ja beantwoorden. Erkennen de beoefenaars deze cultuuruiting/ culturele activiteit zelf als immaterieel erfgoed? Jazeker, ikzelf tenminste wel! En met de vraag of ‘ het erfgoed dynamisch is en met de tijd mee mag veranderen ’, heb ik ook weinig moeite. Met de plaatsing van ondergrondse vuilcontainers en de opkomst van kringloopwinkels loopt het ‘vak’ van morgenster wel gevaar. Lastiger is de vraag: Is er sprake van levend erfgoed dat van generatie op generatie wordt doorgegeven? Nou ja, het is een eeuwenoud beroep, maar geen ambacht dat van vader op zoon of van meester op gezel wordt overgebracht. Ik neem wel af en toe wel iemand op mijn ‘strooptochten’ mee en op de website Dutch Trashures deel ik mijn meest bijzondere vondsten en de verhalen erachter. Mijn vrijetijdsbesteding valt bovendien onder ‘sociale praktijken’, een van de vijf door Unesco benoemde categorieën van immaterieel erfgoed. Dus na een korte twijfeling zeg ik ‘ja’. Passie ‘Het is belangrijk dat het erfgoed vandaag de dag wordt beoefend, met wortels in het verleden. En het moet je passie zijn, bij immaterieel erfgoed draait het om een passie. Mensen doen het omdat ze het leuk vinden of omdat het deel uitmaakt van hun identiteit. Niet enkel uit financiële noodzaak, want dan is geen immaterieel erfgoed meer.’ Kelly Boender van KIEN loodst me bij mijn tweede invulpoging vlot door alle vragen heen. Zo streng als ze lijken, zijn ze gelukkig niet. Het kenniscentrum is er wel op beducht dat iets wordt aangemeld dat te kort bestaat om al als immaterieel erfgoed ervaren te worden. Juridisch grijs gebied De eerste hobbel is genomen. Nu de laatste nog. Ik lees: ‘ Dit immaterieel erfgoed is op het moment van aanmelding niet in strijd met internationale mensenrechtenverdragen (nou, dat is geen probleem) en de Nederlandse wetgeving .’ Oei, dat laatste kan een struikelblok zijn, want dingen bij de vuilnis meenemen is niet in iedere gemeente toegestaan. In Amsterdam wordt het onder bepaalde voorwaarden wel gedoogd. ‘Het is juridisch een beetje grijs gebied, maar dat geldt ook voor bijvoorbeeld de woonwagencultuur of andere vormen van erfgoed die met beperkende wet- en regelgeving te maken hebben’, stelt Kelly me gerust. ‘Zolang het een grijs gebied is en geen zwart gebied, doen we daar meestal niet moeilijk over. Juist ook omdat regelgeving bepaalde vormen van immaterieel erfgoed om zeep dreigt te helpen die we vanwege hun sociale meerwaarde zouden willen laten voortbestaan.’ En dat er een rafelig randje aanzit, maakt het ook wel weer interessant. Nu maar afwachten of de aanmelding van ‘morgenster’ voor het netwerk immaterieel erfgoed wordt geaccepteerd.
Meer blogs
Share by: